Officieel valt een voorlopige teruggaaf ook onder de term voorlopige aanslag. Voor de duidelijkheid maken we echter onderscheid tussen een voorlopige teruggaaf (u krijgt geld terug van de belastingdienst) en een voorlopige aanslag (u moet betalen aan de belastingdienst).

Inhoud artikel


1. Voorlopige aanslag opgelegd door de belastingdienst

Als uw aangifte inkomstenbelasting is ingediend, dan heeft de belastingdienst wettelijk 3 jaar na 1 januari de tijd om een definitieve aanslag op te leggen. Deze termijn van 3 jaar start op 1 januari na het jaar waarover u aangifte doet. Dus als u over het belastingjaar 2021 aangifte doet, dan start de 3-jaarstermijn op 1 januari 2022. De belastingdienst dient dan uiterlijk 31 december 2024 de definitieve aanslag op te leggen.

De belastingdienst probeert uiteraard zo snel mogelijk een definitieve aanslag op te leggen, maar dat lukt niet altijd. Om te voorkomen dat de belastingdienst (te) lang op "haar" belastinggeld moet wachten, leggen zij u een voorlopige aanslag op. De hoogte van het inkomen en de te betalen belasting wordt bepaald op basis van de belastingaanslag van het voorgaande jaar. Tenzij u de voorlopige aanslag heel vroeg krijgt opgelegd, dan wordt uitgegaan van de gegevens van 2 jaar daarvoor.

De voorlopige aanslag kunt u in termijnen betalen. Als aan u in februari 2022 een voorlopige aanslag wordt opgelegd van bijvoorbeeld € 6.000, dan kunt u deze in de resterende 10 maanden (maart t/m december) van 2022 betalen, dus per maand € 600.

Als de definitieve aanslag wordt opgelegd, dan wordt daar de reeds via de voorlopige aanslag betaalde belasting in aftrek gebracht. Daardoor kunt u of een bedrag terug ontvangen of u moet alsnog een bedrag bijbetalen.

Stel: uw definitieve aanslag bedraagt  € 5.000. Reeds betaalde voorlopige aanslag was € 6.000. U krijgt alsnog € 1.000 terug, want u heeft teveel betaald met de voorlopige aanslag. Andersom kan ook voorkomen. Stel: uw definitieve aanslag bedraagt € 8.000. Dan moet u nog € 2.000 bij betalen, want uw definitieve aanslag is € 2.000 meer dan uw voorlopige aanslag.


2. U vraagt zelf een voorlopige aanslag aan

U kunt niet alleen een voorlopige teruggaaf aanvragen, maar u kunt ook zelf (of via een belastingadviesbureau) een voorlopige aanslag aanvragen. Het kan verstandig zijn om dit te doen als u verwacht dat u bij de definitieve aanslag in één keer een groot bedrag aan inkomstenbelasting (en ZVW-bijdrage) moet betalen.

U kunt dit voorkomen door een voorlopige aanslag aan te vragen, waarbij u een schatting opgeeft van het te verwachten inkomen en de te betalen belasting. Het voordeel hiervan is dat u dan in termijnen uw belasting kunt betalen in plaats van alles in één keer. Bovendien bespaart u daarmee ook eventueel te betalen belastingrente.


3. Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

Naast de inkomstenbelasting kan aan de ondernemer ook een voorlopige aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (Zvw-bijdrage) worden opgelegd. Al hetgeen hierboven is beschreven voor de inkomstenbelasting geldt ook voor deze Zvw-bijdrage.

Deze Zvw-bijdrage is inkomensafhankelijk, dus hoe hoger uw inkomen hoe hoger uw Zvw-bijdrage. Dit in tegenstelling tot de nominaal te betalen zorgpremie. Dit is een zorgpremie met elk maand een vast bedrag van bijvoorbeeld € 140,00, die u afsluit bij een door u te kiezen zorgverzekeraar zoals VGZ, CZ, Anderzorg, DSW, Zilveren Kruis, enzovoort.

De hoogte van de Zvw-bijdrage voor 2023 bedraagt 5,43% van uw winst met een maximum van € 66.956, dus de Zvw-bijdrage is maximaal 5,43% x € 66.956 = 3.635.

Stel: in uw aangifte inkomstenbelasting geeft u een winst op van € 20.000.
Over de winst dient u dan 5,43% Zvw-bijdrage te betalen, dus 5,43% x € 20.000 = € 1.086. 

Stel: uw winst bedraagt  € 80.000, dan bedraagt de Zvw-bijdrage in beginsel 5,43% x € 80.000 = € 4.344, echter de Zvw-bijdrage kan niet hoger zijn dan € 3.635. Dus u betaalt uiteindelijk "slechts" € 3.635.

Deze Zvw-bijdrage betaalt u als ondernemer dus naast uw vaste maandelijkse zorgpremie en zij dienen beide voor de financiering van de zorgverzekeringswet.

Bij de werknemer wordt deze inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage automatisch door de werkgever afgedragen aan het Zorgverzekeringsfonds. Bij een ondernemer gebeurt de inning van deze bijdrage door middel van het opleggen van een voorlopige aanslag gevolgd door een definitieve aanslag Zvw-bijdrage.
  • 25+ jaar ervaring
  • Compleet dienstenpakket
  • Persoonlijke & innovatieve aanpak
  • Op maat gemaakt advies
de kroon adviseurs
Download het gratis e-book
Download het gratis e-book
Hallo, waarmee kunnen we je helpen?