De dochter van X (belanghebbende) en haar partner is meervoudig gehandicapt, waardoor zij 24 uur per dag zorgbehoevend is. In deze procedure over de aan X opgelegde aanslag IB/PVV 2016 oordeelt Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:108122/00786) dat de Inspecteur de vergoedingen van € 36.000 uit het persoonsgebonden budget (PGB) voor aan de dochter verleende zorg terecht bij X heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Rechtbank Den Haag (20/6621, niet gepubliceerd) heeft overwogen dat een bedrag van € 4.000 als kosten in mindering op het resultaat uit overige werkzaamheden kan worden gebracht op basis van een compromis voor het jaar 2013. Het Hof acht van gewekt vertrouwen echter geen sprake en oordeelt dat X verder niet aannemelijk gemaakt dat zij kosten heeft gemaakt die als kosten ter verwerving, inning en behoud van de inkomsten uit het PGB zijn aan te merken.
X heeft niet aannemelijk gemaakt dat voor het verblijf in een zorghotel meer kosten voor medische of heelkundige behandeling zijn gemaakt dan de zorgverzekeraar heeft vergoed. De kosten voor paardrijlessen voor gehandicapten zijn gemaakt na indicatie van een revalidatiearts en zijn daarom kosten voor medische of heelkundige hulp.
De reiskosten naar en van de paardrijlessen zijn aftrekbaar evenals de reiskosten voor zwemlessen en acupunctuurbehandelingen nu die lessen en behandelingen uit medisch oogpunt hebben plaatsgevonden. Het Hof oordeelt ten slotte dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in 2016 voor de in 2017 gevolgde dolfijntherapie op Curaçao al uitgaven heeft gedaan.
X heeft niet aannemelijk gemaakt dat voor het verblijf in een zorghotel meer kosten voor medische of heelkundige behandeling zijn gemaakt dan de zorgverzekeraar heeft vergoed. De kosten voor paardrijlessen voor gehandicapten zijn gemaakt na indicatie van een revalidatiearts en zijn daarom kosten voor medische of heelkundige hulp.
De reiskosten naar en van de paardrijlessen zijn aftrekbaar evenals de reiskosten voor zwemlessen en acupunctuurbehandelingen nu die lessen en behandelingen uit medisch oogpunt hebben plaatsgevonden. Het Hof oordeelt ten slotte dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in 2016 voor de in 2017 gevolgde dolfijntherapie op Curaçao al uitgaven heeft gedaan.